Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het ganse dal der [129]dode lichamen en der as, en al de velden tot aan de beek [130]Kidron, tot aan den hoek van de [131]Paardenpoort tegen het oosten, zal den HEERE een [132]heiligheid zijn; er zal [133]niets weder uitgerukt, noch afgebroken worden in eeuwigheid. 129. Hierdoor kan men verstaan het dal Hinnoms, waar de kinderen tot as verbrand werden [zie boven hfdst.7 vs.31]; of ene plaats voor de dode lichamen der misdadigers; idem, de velden buiten de Mistpoort. De zin is dat de kerk Gods zal zijn ter plaatse, waar tevoren allerlei heidense gruwelen en onreinigheden gepleegd zijn. 130. Zie 2 Sam.15:23. 131. Zie Neh.3:28. 132. Dat is, zeer heilig. 133. Hieruit blijkt dat deze profetie niet gaat op het herbouwde aardse Jeruzalem [dat van de Romeinen is verwoest] maar op het geestelijke, te weten Gods kerk. Vergelijk Ezech.48:35.